Door Leo Goeyens –
Welke boodschap wensten Barbara Ward en René Dubos meer dan 50 jaar geleden over te brengen[1], toen ze aangaven dat de planeet nog steeds geen centrum van rationele loyaliteit voor de mensheid was? Meenden ze dat we als soort konden blijven gedijen, met behoud van onze kostbare verscheidenheid, op voorwaarde dat we loyaliteit betonen aan onze unieke, maar zeer kwetsbare, planeet Aarde? Spoorden ze ons aan om actieve hoop te tonen?
Vandaag kunnen we niet anders dan toegeven dat de planetaire grenswaarden onze onverschilligheid en nalatigheid niet langer kunnen verdragen. Onze chronische apathie en ons gebrek aan actie zijn onhoudbaar en zelfs ondraaglijk geworden. Onmiddellijke actie is cruciaal. Rationele loyaliteit, zoals bepleit door Ward en Dubos, zou wel eens onze grootste troef kunnen worden in de strijd voor een veiligere en rechtvaardigere wereld. Ze kan ons een groter bewustzijn bijbrengen van onze onderlinge afhankelijkheid en gedeelde verantwoordelijkheid voor de biosfeer. Of althans dat hopen we. Het is onze (verdomde) plicht om het voortbestaan van de mensheid op aarde te verzekeren. Deze overtuiging, die tevens wordt gedeeld door de Dalai Lama[2] gaat zelfs nog verder; hij pleit voor solidariteit en mondiale verantwoordelijkheid ten opzichte van alle levende wezens. Moeten we onze planeet niet beschouwen als de “heilige” schuilplaats voor alle levende wezens, menselijke zowel als niet-menselijke? Moeten we niet al onze middelen, onze expertise, onze moed en onze welwillendheid inzetten om paal en perk te stellen aan de planetaire degradatie en vernietiging om op die manier onze overleving, die van onze nakomelingen en van alle andere levende wezens veilig te stellen?
Onverschilligheid is de slechtste houding, beweren dat ik er niets kan aan doen en dat ik het wel zal redden. Met dergelijke uitspraken heeft Stéphane Hessel alom bewondering geoogst. Wereldwijd vier miljoen verkochte exemplaren van zijn boekje[3], dat slechts een dertigtal pagina’s telt! Dat was nooit eerder gezien in de geschiedenis van de uitgeverij!
Het is nuttig er nogmaals op te wijzen dat onverschilligheid een antoniem is van loyaliteit. Toen Hessel zijn lezers in 2010 opriep om verontwaardigd te zijn, vroeg hij niet om een steriele woede, maar om een transformatieve actie. Vandaag, nu de planeet Aarde geconfronteerd wordt met een versnelde stijging van de oppervlaktetemperatuur, met de erosie van de biodiversiteit, met de transformatie van de natuur in een chemische vuilbak en met een verwoestende toename van de ongelijkheid, die reeds meer dan tweederde van de wereldbevolking treft[4], kunnen onze verontwaardiging en loyaliteit dienen als verdedigingsschild, maar enkel en alleen wanneer ze worden omgezet in actief verzet. De verontrustende realiteit onverschillig aanvaarden maakt de dingen alleen maar erger. Er is een diepgaande verontwaardiging vereist om de problemen onder ogen te zien, want de socio-ecologische crisis gedijt op een bodem van onverschilligheid. Zoals Albert Einstein ooit zei: de wereld zal niet vernietigd worden door hen die kwaad doen, maar wel door hen die toekijken en niets doen[5].
Een dertig jaar oude publicatie benadrukt het verband tussen confidence, trust en loyaliteit[6]. In het Engels zijn de termen confidence en trust geen synoniemen. Confidence is het geloof in eigen kunnen, in zijn eigen oordeel of kwaliteiten. Trust daarentegen betekent dat men vertrouwt op de acties of beslissingen van iemand anders, vaak op basis van uitwisselingen van ideeën uit het verleden of van een verworven reputatie. Het is een extern vertrouwen in iets of iemand, dat berust op de overtuiging dat deze persoon op een betrouwbare, eerlijke en competente manier zal handelen. De Franse econoom Éloi Laurent bevestigt dat verband, maar formuleert het op een heel andere manier: het vertrouwen is een hoopvolle verwachting van geloofwaardigheid in het menselijk gedrag, die een relatie met de andere veronderstelt, binnen het kader van een onzekere situatie, met een specifiek doel en met een specifieke context, waarbij deze verwachting van geloofwaardigheid het resultaat is van een individuele wil[7]. Per definitie verwijst het begrip trust ook naar de hoop op een betere toekomst; het is niet zonder betekenis dat het woordenboek voorstelt om de term trust te vertalen door vertrouwen.
Confidence, trust en loyaliteit zijn cruciale emoties die ons sociale leven schragen en noodzakelijk zijn voor de mechanismen van actie, samenwerking en organisatie. Volgens de auteur van het artikel6 dient vertrouwen als katalysator voor actie, bevordert hoop de samenwerking en structureert loyaliteit de organisatie. Het gevoel van loyaliteit helpt om relaties in stand te houden die anders stuk zouden kunnen gaan. Dit impliceert dat, ondanks de huidige veranderingen, de loyaliteit aan een bepaald objectief of aan een bepaalde persoon constant blijft. Loyaliteit wordt gedefinieerd als het gevoel van vertrouwen dat de verwachting op lange termijn kan worden behouden en/of in de toekomst kan worden hersteld, zelfs wanneer zou blijken dat die op een bepaald ogenblik of tijdens een bepaalde periode ontbrak.
Er bestaat geen twijfel meer over de voordelen van eerlijke en oprechte samenwerking, zoals trouwens blijkt uit de boodschap van de Frontiers Research Foundation: wetenschappelijke ontdekkingen alleen zijn niet voldoende; we moeten ervoor zorgen dat ze ook wereldwijd worden erkend en begrepen. Alleen dan worden samenwerking en actie duidelijk en effectief[8].
Het is erg belangrijk de conclusies van de wetenschappelijke gemeenschap alsook de oprechte mening van Laurent in gedachten te houden: wanneer we de levende wereld, waartoe we behoren en die ons vormt, blijven mishandelen, zoals we reeds tientallen jaren doen, vernietigen we onze toekomst. Volgens Laurent kan de mensheid datgene wat essentieel is verliezen en vervolgens terugwinnen, op voorwaarde dat ze zich bewust wordt van haar coöperatieve aard. Hij is ervan overtuigd dat samenwerking de ingrediënt bij uitstek is voor een planeet die bewoonbaar wil blijven (of worden). Daarom is het belangrijk en zelfs noodzakelijk, om een diepgaand begrip te verwerven van het concept van menselijke samenwerking en van het vertrouwen dat eraan voorafgaat. In zijn boek definieert Laurent samenwerking als een kristallisatie van de sociale banden, waarmee het mogelijk wordt om onze collectieve intelligentie te delen om aan onze behoeften tegemoet te komen en om onze verlangens te verwezenlijken. Confidence betekent erop vertrouwen dat ons menselijk gedrag de invloedsfeer van samenwerking intensief en extensief uitbreidt, in tijd en ruimte… Samenwerken dient om te stimuleren en te sturen7.
Er hoeft niet meer aan getwijfeld te worden dat we helemaal niets bereiken met gezeur, opschepperij en gebroken beloften. Ooit geloofden we heilig in een welvarende en gelukkige toekomst, in de overtuiging dat de regeringen die toekomst zouden waarborgen. Maar die belofte bleef dode letter. Veel invloedrijke leiders hebben hun totaal gebrek aan actie gerechtvaardigd door welzijn te verwarren met koopkracht, waardoor ze hoop (en verwachting) herleidden tot een eenvoudig consumenten-voorrecht. Volgens Philipp Blom[9], is deze perceptie niet alleen onjuist, maar ook erg onrechtvaardig. Het gebrek aan betrokkenheid is zo overduidelijk geworden dat de westerling niet langer bereid lijkt om compromissen te sluiten, en al helemaal niet om zichzelf op te offeren voor het algemeen belang. Het is een teken van de wanhoop van een samenleving, die er niet in slaagt een gemeenschappelijk objectief uit te bouwen.
Blom benadrukt dat hoop fundamenteel verschilt van optimisme. Hoop is niet zo maar een kwestie van hopen op een betere toekomst, het is veeleer een kwestie van je er actief voor inzetten, als individu of als onderdeel van een gemeenschap. Een bedachtzame houding aannemen ten opzichte van de wereld betekent dat men zich richt op de anderen en daarbij in gedachten houdt dat we allen deel uitmaken van de grote menselijke familie, waarin we afhankelijk zijn van elkaar om te worden tot wat we zijn. Het is evenzeer van het grootste belang om veel waarde te hechten aan de solidariteit, die ons kan samenbrengen en helpt om de uitdagingen waarmee onze wereld wordt geconfronteerd het hoofd te kunnen bieden.
Vertrouwen en hoop ontstaan wanneer we weigeren ons neer te leggen bij de onverschilligheid of de gelaten aanvaarding van wat onafwendbaar lijkt. We bevinden ons momenteel in een complexe en duistere tijd. In werkelijkheid verzuipen we er al stilaan in. Het is tijd om onze aandacht ook op de anderen toe te spitsen en om het fatalisme te bestrijden. Laten we de moed hebben om het pad van loyaliteit en actieve hoop te volgen om een bewoonbare wereld op te bouwen voor de generaties van de toekomst.
We leven in werkelijk historische tijden; we zijn aangeland op een kantelmoment. Als we passief blijven bestaat er een heel grote kans dat de gebeurtenissen een catastrofale wending nemen. Het is dus cruciaal om ons nu op de lange termijn te richten en de bescherming van het leven, menselijk of niet, evenals de intergenerationele rechtvaardigheid bovenaan op onze prioriteitenlijst te zetten. Moeten we de toekomstige generaties geen proper, eerlijk en veilig huis nalaten? Het is bijzonder ontgoochelend om te zien hoe we steeds meer de neiging vertonen om ons als relschoppers te gedragen.
Wat bedoelden Ward en Dubos toen ze pleitten voor meer rationele loyaliteit? Naar alle waarschijnlijkheid is de echte uitdaging, die de notie van rationele loyaliteit ten behoeve van onze planeet verwoordt, die van de verloren band tussen een geletterde mensheid enerzijds en een natuur die de denkende elites beschouwen als een mooie droom of een betoverde utopie anderzijds[10]. Vóór de Romantiek was de natuur ongetemd, gevaarlijk en bevolkt door wilde dieren. Ze boezemde iedereen afschuw in. Men moest waakzaam zijn en zich beschermen tegen natuurrampen, zoals bliksems, cyclonen, epidemieën en hongersnood. Nauw contact met de natuur betekende niet noodzakelijkerwijs onvoorwaardelijke verheerlijking of loyaliteit. Het is duidelijk dat er veel mensen bang zijn voor de ultieme straf die dreigt voor elke vorm van leven op deze verhitte, verwoeste en vervuilde planeet. Onze industriële en wetenschappelijke moderniteit heeft ons in feite de middelen verschaft om veel schade aan te richten, terwijl ze ons tegelijkertijd berooft van het denkvermogen dat onontbeerlijk is om deze schade te herstellen, een dreiging waar reeds voor gewaarschuwd werd in de nasleep van de Tweede Wereldoorlog[11].
Vinden jullie het niet gepast om de natuur opnieuw te definiëren door middel van ethische termen, zoals loyaliteit, respect voor de aarde, hoop of welwillende aandacht voor onze planeet en samenwerking? Dit zou de ontbrekende vonk kunnen zijn die we nodig hebben en die zal ontstaan wanneer we eindelijk de drempel van een echt postmodern tijdperk overschrijden. Op dat punt zal onze waardering voor de natuur haar hoogtepunt bereiken. Dan zal de mensheid zich eindelijk bewust worden van het belang ervan, maar ze zal met verbazing en afschuw getuige zijn van haar onverbiddelijke achteruitgang. Laten we het 50 jaar oude pleidooi van Ward en Dubos nooit vergeten!
[1] Ward & Dubos (1972). Only one earth, W. W. Norton
[2] Ducommun-Nagy (2006). Ces loyautés qui nous libèrent, JC Lattès
[3] Hessel (2010). Indignez-vous, Indigène Editions
[4] United Nations (2020). https://www.un.org/fr/desa/world-social-report-2020
[5] Einstein (1934). Comment je vois le monde, Flammarion
[6] Barbalet (1996). Social emotions: confidence, trust and loyalty, International Journal of Sociology and Social Policy 16, 9/10, 75-96
[7] Laurent (2012). L’économie de la confiance, La Découverte
[8] La Frontiers Research Foundation est une organisation à but non lucratif basée à Lausanne, qui a été créée en 2006 par Henry et Kamila Markram avec pour mission d’accélérer les solutions scientifiques pour vivre en bonne santé sur une planète saine, https://www.frontiersfoundation.org/
[9] Blom (2024). Hoop, De bezige bij
[10] Pierobon (2025). Persoonlijke mededeling
[11] Masters & Way (1946). One world or none: a report to the public on the full meaning of the atomic bomb. New Press